Politieke partijen zijn er in Oman niet, het ‘parlement’, de Madjlis Al-Sjoera, vergadert achter gesloten deuren en houdt de notulen van zijn vergaderingen geheim. Toch heerst er opwinding in Oman over de flirt met de democratie die sultan Kaboes is aangegaan. Vooral de aanwezigheid van vrouwen in de nieuwe Madjlis is opzienbarend.

De flirt speelt zich af binnen duidelijk afgebakende grenzen. Kaboes benoemt zijn eigen ministers en stelt wetten vast bij koninklijk besluit. Zo heeft hij altijd het laatste woord. Maar Kaboes wekt nooit openlijk de indruk dat hij alle macht voor zichzelf wil houden. In zijn toespraken benadrukt hij het belang van de inbreng van elke Omaniet bij de opbouw van het land.

Oman Madjlis Al-Sjoera

Dat het hem ernst is, bewijst zijn jaarlijkse ‘meet the people tour’, waarbij hijzelf achter het stuur van zijn terreinwagen kruipt en elke inwoner de kans geeft om met hem te praten. Met zijn ministers in zijn kielzog staat hij klaar om elk serieus probleem in 24 uur op te lossen, zonder loze beloftes.

Kaboes is ook het brein achter de Madjlis Al-Sjoera, een raad van belangrijke mannen die de ministers mag adviseren. De regering heeft aangekondigd dat de komende zittingsperiode ook vrouwen mogen meedoen. Het is een unieke stap in het Golfgebied, waar de politiek een mannenbolwerk is. Wel blijft de Madjlis Al-Sjoera voorlopig het terrein van de Omanitische elite. Toch is de raad bedoeld om ideeen van gewone mensen een formele plaats te geven.

Omanieten met een comfortabele plaats in de maatschappij weten precies waar het om gaat bij de verkiezingen voor de nieuwe Madjlis. De bankmedewerkerkster en de baliejuffrouw van de bibliotheek zijn enthousiast over het vrouwenkiesrecht, maar hebben geen idee hoe de vork precies in de steel zit. Volgens Ibtisam Al Riami is dat logisch, omdat de verkiezingsprocedure voor buitenstaanders een totale chaos is. Ibtisam werkt als systeemanaliste bij de grootste oliemaatschappij in Oman. Ze is goed op de hoogte van de Madjlis, doordat haar vader en schoonzus zijn uitverkoren om hun stem uit te brengen. “Mijn schoonzus kreeg de uitnodiging om te stemmen, maar ze had geen idee hoe en waarom. De selectiecriteria lijken in het hoofd van de wali te zitten.”

De wali is een soort commissaris van de koningin die aan het hoofd van een wilaja (provincie) staat. Hij bepaalt wie een uitnodiging krijgt om te stemmen. Status en opleiding spelen een belangrijke rol. Zakenmensen, sjeiks, intellectuelen en religieuze leiders komen in aanmerking. Tot nu toe kreeg elke wilaja één afgevaardigde in de Madjlis, die daardoor uit 59 leden bestond. Op basis van de eerste volkstelling van eind 1993 (uitkomst: iets meer dan 2 miljoen inwoners), wordt de adviesraad uitgebreid. De telling bracht het aantal inwoners per wilaja precies in kaart. Nu krijgen provincies met meer dan 30 000 inwoners twee vertegenwoordigers, waarmee de nieuwe raad 80 leden zal tellen.

In januari begint de tweede zittingsperiode van drie jaar. Wie de Madjlis langs de meetlat van de democratie legt, is sceptisch over de invloed van dit inspraakorgaan. Maar voor de inwoners van Oman is het een opwindende stap richting openheid. Een heel voorzichtige openheid. De raad opereert binnenskamers. De leden geven hun mening over wetsvoorstellen en de vijfjarenplannen van de regering. Ze mogen commissies vormen die zich over specifieke problemen buigen en kunnen ministers op het matje roepen. Het verloop van de discussies wordt op papier gezet, maar goed opgeborgen: de notulen zijn niet openbaar. De tv brengt neutraal verslag uit over de activiteiten van de raad, net genoeg om een indruk te krijgen van de onderwerpen van discussie.

“De Madjlis bestaat pas één zittingsperiode, dus het is eigenlijk nog steeds nieuw voor ons”, zegt Ibtisam. “Plotseling is er een plaats waar gewone Omanieten hun vragen kwijt kunnen en iedereen kan daar kennis van nemen. Een minister geeft misschien niet altijd een bevredigend antwoord, maar dat er openlijke discussies zijn is heel bijzonder. Voor mij is het echt een openbaring. Ik denk dat vrouwenkiesrecht Omanitische mannen een ware cultuurshock geeft. Ik zal niet zeggen dat Omanitische mannen hun vrouwen slecht behandelen, zeker niet, als ik ze vergelijk met die in andere Golfstaten, maar ze maken wel nog steeds de dienst uit.”

Wellicht heeft daarom de emancipatie in de Omanitische politiek een experimenteel karakter. Alleen in de wilajas in Moskat en omgeving (het hoofdstedelijke gebied), mogen vrouwen meedoen. In totaal zijn in die regio elf zetels te vergeven. In het kosmopolitische Moskat wonen veel Omanieten die in het buitenland gewoond hebben en een studie hebben gevolgd. Er zijn grote verschillen tussen de hoofdstad en de binnenlanden (op de kaart aangeduid als ‘het echte Oman’).

Ibtisam spreekt zelfs van een kloof. “De Madjlis Al-Sjoera is ook een communicatiemiddel tussen Moskat en de rest van het land, waarmee we kunnen zien hoe we er voorstaan. Als je in Moskat woont, kun je gemakkelijk denken dat we enorm ontwikkeld zijn, maar dat wil niet zeggen dat hetzelfde voor heel Oman geldt. In 25 jaar kun je veel bereiken, maar onmogelijk alles op orde hebben.” Zij doelt op de stormachtige renaissance van Oman, die begon in 1970, op de dag dat sultan Kaboes de troon besteeg. Wat de meeste landen in Europa minstens een eeuw kostte, had de sultan voor elkaar in minder dan 25 jaar. Hij investeerde zijn oliedollars in de opbouw van het land: huizen, wegen, scholen, gezondheidszorg en werkgelegenheid voor iedereen. Sindsdien is het achterlijke en geïsoleerde Oman langzaam omgevormd tot een welvarend en modern land, waarbij het hoofdstedelijk gebied zich sneller ontwikkelde dan de rest van het land.

Ceremoniemeester

De verkiezingsdag in Moskat is de laatste in de reeks. Al vroeg in de ochtend zijn de voorbereidingen in volle gang. Het schoolplein van de meisjesschool wordt omgebouwd tot verkiezingsdecor. De ceremoniemeester loopt nerveus rond, deelt opdrachten uit aan het legertje jonge Omanieten dat de laatste restjes woestijnzand opveegt en prullenbakken neerzet.

Om negen uur druppelen de eerste genodigden binnen. De stemmers moeten zich registreren aan de poort van het speelplein. Er staan twee tafels, links een voor vrouwen, rechts een voor mannen. Ook de keurige rijen stoelen zijn in twee helften opgesteld, met het gangpad als niemandsland. Terwijl het plein volstroomt, is een van de vrouwelijke kandidaten nog druk aan het lobbyen.

Ze deelt onder de dames kleine briefjes met haar telefoonnummer uit. Ze wil pas met de pers praten, als ze zich verzekerd weet van voldoende stemmen. Om elf uur sluiten de hekken van het plein. Er zijn ruim 350 stemmers binnen, iets meer dan de helft van de genodigden. De luidsprekers kraken, iedereen gaat staan voor het volkslied, gevolgd door een voordracht uit de Koran. Na een voorgekookte toespraak met veel loftuitingen aan het adres van de sultan stelt elke kandidaat zich voor, waarna het stemmen begint.

Gedisciplineerde rijen schuifelen langs de stembus, dames gaan voor. Het verkiezingscomité, acht mannen en twee vrouwen, houdt toezicht. Na afloop wordt uitgebreid nagepraat onder genot van verse dadels, koffie en blikjes fris. Moena heeft op een vrouw gestemd en een duidelijke voorstelling van de rol die haar kandidaat moet spelen. “Vrouwen moeten elkaar steunen. Met een mannelijke vertegenwoordiger zullen wij nooit onze problemen bespreken. Dat doe je gewoon niet, die drempel is veel te hoog. Bij een vrouw durven we wel terecht, zij kan onze ideeën een stem geven. Ik denk dat een vrouw een andere invalshoek heeft dan een man. Een vrouw in de raad kan zorgen voor evenwicht tussen de mening van mannen en die van vrouwen. Dat kan de Madjlis Al-Sjoera wel gebruiken.”

Wie in Oman oppervlakkig om zich heen kijkt, ziet een traditioneel islamitisch straatbeeld. Links op de stoep giechelende meisjes in kleurrijke wapperende jurk en broek, hun haren (maar niet het gezicht) bedekt met een sluier. Aan de overkant slungelige jongens in disj-dasj (Omanitische jurk voor mannen) die een beetje duwerig stoer doen, de straat een veilige scheidslijn. Het is een getrouwe afspiegeling van de gescheiden leefwerelden van de seksen. Op de werkvloer wordt die scheiding sinds een jaar of tien steeds vager. De sultan stuurt sinds 1970 alle jeugd naar school. De gelijke onderwijskansen worden al een beetje weerspiegeld op de arbeidsmarkt. Hoewel vrouwen ook in dit werelddeel oververtegenwoordigd zijn in de dienstverlening, stoten ze langzamerhand door naar hogere beleidsfuncties bij de overheid en technische beroepen in het bedrijfsleven. Ook de politiek lijkt nu gezamenlijk terrein te worden. Omanitische vrouwen zwaaien Kaboes dankbaar alle lof toe. Fathia al Hinnai, werkzaam bij de Omanitische staatsradio: “Voor mij is dit het bewijs dat zijne majesteit in gedachten altijd een stapje verder is met de ontwikkeling van ons land. Onze sultan laat zien dat hij meedenkt met vrouwen.”

In de Omanitische politiek zal de vrouwelijke inbreng voorlopig zeer bescheiden zijn. Op de uiteindelijke lijst van 160 gekozen kandidaten staan vier vrouwen. Wie van hen wordt toegelaten tot de Madjlis wordt bekendgemaakt bij de benoeming van de raad in november. Want bij het aanwijzen van de 80 leden heeft de sultan wederom het laatste woord.

(c) Sitara Morgenster – freelance journalist